Geplaatst door Hans
Roodenburg op 2 januari, 2012 - 09:59
Hoe zou dat in zijn
werk moeten gaan, het uiteenvallen van de muntunie? De Frankfurter Allgemeine
Zeitung (FAZ) geeft alvast een voorzetje.
De Europese leiders zijn
zover nog niet. Die willen voor het behoud van de gemeenschappelijke
munt doorvechten tot het bittere einde. Maar elders
wordt openlijk nagedacht over de vraag hoe het aangepakt zou moeten worden, die
gecontroleerde ontbinding van de muntunie. In Engeland is hierover zelfs
een prijsvraag uitgeschreven en de FAZ
heeft de uitdaging aangenomen en schetst - buiten mededinging - in een uitgebreid
artikel hoe die gecontroleerde ontbinding zou dienen te geschieden. Het
blad wordt bijgestaan door een aantal experts, waaronder de bekende Vlaamse
econoom Paul de Grauwe,
overigens een verklaard voorstander van de euro. Men probeert aan te geven hoe die ontbinding het beste kan worden
vormgegeven, maar men doet geen uitspraak over de wenselijkheid van zo een
operatie.
Goede Vrijdag
Allerlei zaken komen aan
bod. Om te beginnen de timing. Het besluit moet stilletjes worden voorbereid en
dan in een weekend (bij voorkeur een paasweekend, want dan pak je ook Goede Vrijdag mee) worden geëffectueerd. Essentieel is dat euro's
daarna niet meer van Zuid naar Noord worden gesluisd. Het grensoverschrijdende
geld- en kapitaalverkeer moet voor korte tijd worden
stilgelegd, tot de bankbiljetten zijn omgewisseld en de saldi zijn omgezet naar
de nieuwe valuta's. Uiteraard moet dit in stilte zijn voorbereid. Voor zover
het gaat om chartaal geld (bankbiljetten en munten) moeten gedurende enige tijd
strenge controles aan de grens plaatsvinden. Voor girale tegoeden vindt de
controle langs administratieve weg plaats.
Kostbaar, maar toch
goedkoper?
Dit alles gaat over technicalities, lastig maar oplosbaar,
aldus de FAZ. Maar hoe zit het met de winnaars en - vooral - verliezers?
Noord-Europese, c.q. Duitse bedrijven en banken die vorderingen hebben in
Zuid-Europese landen zijn natuurlijk het haasje. Maar ook elders
worden verliezen geleden:
Es trifft aber nicht nur
die deutschen Firmen. Viele Unternehmen in der EU beschaffen sich ihre Kredite
zentral über eine eigene Finanzierungstochterfirma, die ihren Sitz häufig in
den Niederlanden hat- und die niederländische Währung wird nach der Umstellung
tendenziell aufwerten. Auch diese Kredite werden also in starker Währung
zurückgezahlt werden müssen.
Om deze plooien glad te
strijken zal nog eenmaal een reusachtig reddingsscherm (ter grootte van
'biljoenen', aldus nog steeds de FAZ)
moeten worden opgetrokken. Maar dat het op een koopje zou kunnen, dat ontbinden
van de muntunie, heeft ook nooit iemand beweerd. Conclusie van de FAZ:
Der Ausstieg wird zwar
schwierig und teuer, aber er ist möglich. Ob sich die Prozedur lohnt, hängt
davon ab, wie man die Kosten der Euro-Rettung bewertet
- also die teure Alimentierung von Staaten und den Unfrieden zwischen den
Völkern, der heute schon aufkeimt. Eines ist klar: Die Währungsunion ist nicht
alternativlos.
Vertaald:
[Onbinden c.q.]
uitstappen is weliswaar moeilijk en kostbaar, maar niet onmogelijk. Of zo een
operatie loont hangt ervan af hoe hoog men de kosten van het 'redden van de
euro' taxeert, dat wil zeggen de kostbare inkomensoverdrachten [van Noord naar
Zuid] en het onbehagen tussen de volkeren dat thans reeds
de kop opsteekt. Één ding is duidelijk: er is een alternatief voor de muntunie.
Tot zover de FAZ
Hoe eerder hoe
beter
Wat kost meer, ontbinden of
doorgaan? Betrouwbare schattingen ontbreken. Wat we wel weten is dat de kosten
van ontbinden eenmalig zijn, maar dat de kosten van doorgaan zullen oplopen
naarmate de tijd verstrijkt. De kans dat doorgaan minder kost dan ontbinden
lijkt daarom niet bijster groot, tenzij we een extreem hoge disconteringsvoet
zouden hanteren. De Europese leiders menen echter dat de kosten van doorgaan
kunnen worden teruggedrongen door in de Zuidelijke landen structurele
hervormingen af te dwingen, zoals een hervorming van de arbeidsmarkt en
sanering van de collectieve sector.
De vraag is echter of van
die structurele hervormingen veel terecht zal komen. De regeringsmacht in
de Zuidelijke landen stelt namelijk niet zoveel voor. Informele - soms
criminele - netwerken trekken er aan de touwtjes. Dat regeringen niet bij
machte zijn, zo ze al zouden willen, om hervormingen door te voeren gaat
kennelijk het voorstellingsvermogen te boven van de Duitsers, die immers
de drijvende kracht zijn achter deze hervormingsstrategie. Maar er is meer.
Om te beginnen zullen de
Zuidelijke landen, zolang ze niet kunnen devalueren omdat ze deel uitmaken van
de eurozone, moeite hebben om concurrerend te worden. En meer
concurrentiekracht is een voorwaarde voor economische groei. Groei die deze
landen hard nodig hebben om hun schuldenlast dragelijker te kunnen maken.
Voorts is sanering van de
collectieve sector in de Zuidelijke landen een illusie zolang het Noorden
bijspringt om de gaten te dichten en om de rente kunstmatig binnen de perken te
houden. De prikkel van de regeringen om te saneren wordt hierdoor afgezwakt en
daar zullen een speciale eurocommissaris of de dreiging met sancties echt geen
verandering in brengen. De transferunie, dus de stroom inkomensoverdrachten van
Noord naar Zuid, houdt zo zichzelf in stand. Daarom zal ontbinden van de
muntunie minder kosten dan doorgaan.
Bij dit alles valt te
bedenken dat het Noorden door die transferunie langzaam wordt leeggezogen en
daarvan zal de belastingbetaler in de betrokken landen vroeg of laat de
rekening gepresenteerd krijgen. Zo bezien is doorgaan met de euro geen houdbare
koers. Zelfs de altijd zo dociele Duitse kiezer zal het op
een gegeven moment niet meer pikken, en dat betekent einde oefening voor de
euro. Maar dan zijn we intussen wel vele honderden of zelfs duizenden
miljarden verder van huis.
De les is duidelijk: zo
snel mogelijk ontbinden die muntunie.